blaaswier
  • blaas·wier
enkelvoud meervoud
naamwoord blaaswier blaaswieren
verkleinwoord

het blaaswiero

  1. (protisten) bepaald soort zeewier met veel luchtblazen Fucus vesiculosus  
     Zeewier is een delicatesse en je kunt het nu al gewoon gaan afknippen aan onze kust. Maar er is meer potentieel: uit een onderzoek van het project SeaConomy blijkt dat het Belgische deel van de Noordzee uitermate geschikt is voor de kweek van bijvoorbeeld suikerwier, Atlantische wakame, blaaswier, zee-eik, zeesla, dulse, nori of Iers mos - en dat op een economisch rendabele manier.[2]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    km
    “Eten we binnenkort zeewier uit de Noordzee?” (08/05/2018), De Standaard