bisser
- bis·ser
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bisser | bissers |
verkleinwoord |
de bisser m
- (België) iemand die een studiejaar voor de tweede maal moet doen
- Het woord bisser staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bisser" herkend door:
6 % | van de Nederlanders; |
77 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ bisser op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be