biogasbus
- bio·gas·bus
- leenvertaling van Zweeds biogasbuss, samenstelling van biogas zn en bus zn , in de betekenis "autobus op biogas" aangetroffen vanaf 2007 (zie vindplaats hieronder)
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | biogasbus | biogasbussen |
verkleinwoord | - | - |
de biogasbus m
- (verkeer) voertuig voor een groot aantal passagiers, met een motor waarin een gasmengsel wordt verbrand dat ontstaat bij het vergisten van plantaardige en dierlijke afvalstoffen
- ▸ De eerste biogasbus gaat binnen afzienbare tijd tussen Ede en Wageningen rijden.[1]
- Het woord biogasbus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Gelderland bouwt biogastankstations voor ‘groene bus’” (13 juli 2007) op volkskrant.nl