Een getande binnenzoom in de kleur keel.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bin·nen·zoom
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord binnenzoom binnenzomen
verkleinwoord binnenzoompje binnenzoompjes

Zelfstandig naamwoord

de binnenzoomm

  1. (heraldiek) een band parallel aan de omtrek van een wapenschild of van een kwartier
    • Een binnenzoom ligt vrij van de buitenrand van kwartier of schild. 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid