[1.2] Een vrouw speelt het bikkelspel of Les Osselets van Chardin  .
  • bik·kel·spel
enkelvoud meervoud
naamwoord bikkelspel bikkelspellen
bikkelspelen *
verkleinwoord - -

het bikkelspelo

  1. (spel) benaming voor spelen die worden gespeeld met bepaalde schapenbotjes, die een holle, een bolle en twee vlakke kanten hebben
     Op zijn aanstekelijkst is Astafjev bij de beschrijving van concrete gebeurtenissen zoals het hartstochtelijke bikkelspel van de dorpsjongens: "Hij draaide wat om de pot, aarzelde, zette een paar roeken in, krabde zich achter het oor, overlegde bij zichzelf en wachtte terwijl jij in spanning zat: je nieuwste bikkeltjes, nog mooi wit, nog nooit in de pot gezet, nog nooit geraakt en nog nooit geslagen, zaten nog veilig onder je bloesje, blies je je buik op of schudde je ermee, dan begonnen ze te praten en te draaien, levend waren ze, verwarmd door jouw lichaam, ze stonden je heel na maar als je ze in de pot zette, dan moest je maar afwachten wat ermee ging gebeuren, of je ze terugkreeg of niet.[2]
    1. (geschiedenis) al sinds de oudheid gespeeld kansspel waarbij of voorwerpen met een vergelijkbare vorm worden opgegooid en de stand waarin ze vallen bepalend is voor de uitkomst
       Bij de bikkels dient de speler te weten wat ieder der 35 mogelijke worpen waard is. Van daar kon bij het bikkelspel eene handleiding van nut zijn, maar niet bij het dobbelspel.[3]
    2. (geschiedenis) tot in de 20e eeuw geliefd behendigheidsspel voor meisjes, waarbij je tussen het opgooien en weer vangen van een balletje moet proberen een viertal bikkels in een bepaalde stand te leggen
       Met genoegen voldoen we dan ook aan het verzoek van een grootmoeder die met klem verzocht om de exacte regels van het bikkelspel. Want sinds ze haar eigen bikkels terug vond in een naaimandje, laten haar kleinkinderen haar niet meer met rust. Dáár willen ze ook aan meedoen.[4]
  • Er is een betekenisverschil tussen beide meervoudsvormen. Voor "meerdere partijtjes bikkelen" of "meerdere verzamelingen bikkels" is het meervoud "bikkelspellen"; als het gaat om verschillende typen bikkelspel is het meervoud "bikkelspelen". [5]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    Laura Starink
    “Twee russische romans : Kool, zure zult en serpelingen uit de Jenisej.” (8 juni 1984) op nrc.nl  
  3.   Weblink bron
    Samuel Adrianus Naber
    Bikkels en dobbelsteenen. in: De Gids., jrg. 39 deel 1 nr. 3 (maart 1875), P.N. van Kampen & zoon, Amsterdam, p. 551
  4.   Weblink bron “Wie niet weg is, is gezien” (1 juni 1996) op nrc.nl  
  5.   Weblink bron “Spellen / spelen” op taaladvies.net