Nederlands

 
alligatorschildpad (Macrochelys temminckii), exemplaar uit Arkansas, VS.
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • bijt·schild·pad·den
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bijtschildpadden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de bijtschildpaddenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord bijtschildpad
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (reptielen) een kleine familie Chelydridae   uit de orde schildpadden en de superfamilie Chelydroidea  
  3. meervoudsvorm als officiële benaming (reptielen) een geslacht Chelydra   van schildpadden uit bovenstaande familie
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)
Verwante begrippen
Verwante begrippen


Gangbaarheid

Meer informatie