amoerweekschildpad

Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • amoer·week·schild·pad
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord amoerweekschildpad amoerweekschildpadden
verkleinwoord amoerweekschildpadje amoerweekschildpadjes

Zelfstandig naamwoord

de amoerweekschildpadv / m

  1. (reptielen) Pelodiscus maackii   een schildpad uit de familie weekschildpadden (Trionychidae  )
Hyperoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Meer informatie