Nederlands

 
Schets
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • gan·ges·drie·klauw
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gangesdrieklauw gangesdrieklauwen
verkleinwoord gangesdrieklauwtje gangesdrieklauwtjes

Zelfstandig naamwoord

de gangesdrieklauwv / m

  1. (reptielen) Nilssonia gangetica   een schildpad uit de familie weekschildpadden (Trionychidae  ). De soort wordt tegenwoordig ook wel tot het geslacht Nilssonia   gerekend, eerder behoorde de schildpad tot de geslachten trionyx, Gymnopus   en Aspilus waardoor de literatuur niet altijd eenduidig is. De soort werd voor het eerst wetenschappelijk beschreven door Georges Cuvier   in 1825. Oorspronkelijk werd de wetenschappelijke naam Trionyx gangeticus gebruikt
Hyperoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Meer informatie