Nederlands

Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • bi·ak·bos·zan·ger
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord biakboszanger biakboszangers
verkleinwoord biakboszangertje biakboszangertjes

Zelfstandig naamwoord

de biakboszangerm

  1. (zangvogels) Phylloscopus misoriensis   een zangvogel uit de familie Phylloscopidae  . Deze soort is endemische soort op het eiland Biak dat ligt in de geelvinkbaai in de provincie Papoea (Indonesië)
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie