bevriesbaar
- Geluid: bevriesbaar (hulp, bestand)
- be·vries·baar
- Naamwoord van handeling van bevriezen met het achtervoegsel -baar
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | bevriesbaar | bevriesbaarder | bevriesbaarst |
verbogen | bevriesbare | bevriesbaardere | bevriesbaarste |
partitief | bevriesbaars | bevriesbaarders | - |
bevriesbaar
- dat iets kan en mag bevriezen
- Dit vershoudbakje heeft bevriesbare gel in de deksel zodat de inhoud nog langer koel blijft.
- Het woord 'bevriesbaar' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.