beschermend
- Geluid: beschermend (hulp, bestand)
- IPA: / bəˈsxɛrmənt / (3 lettergrepen)
- be·scher·mend
- beschermen ww met de uitgang -d
vervoeging van: | beschermen |
verbogen vorm: | beschermende |
beschermend
- onvoltooid deelwoord van beschermen
- attributief gebruikt
- Zij was een haar kinderen overdreven beschermende moeder.
- bijwoordelijk gebruikt
- Hij sloeg beschermend zijn armen om haar heen.
- partitief gebruikt
- Zijn glimlach had iets beschermends en geruststellends.
1.
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | beschermend | beschermender | beschermendst |
verbogen | beschermende | beschermendere | beschermendste |
partitief | beschermends | beschermenders | - |
beschermend
- bepaalde narigheid voorkomend
- Hij draagt een beschermend pak.
- Het woord beschermend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.