beroepstaal
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: beroepstaal (hulp, bestand)
Woordafbreking
- be·roeps·taal
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van beroep en taal met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | beroepstaal | beroepstalen |
verkleinwoord | beroepstaaltje | beroepstaaltjes |
Zelfstandig naamwoord
- (taalkunde) specifiek taalgebruik bij een beroep
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'beroepstaal' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.