beroepsorganisatie
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·roeps·or·ga·ni·sa·tie
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van beroep en organisatie met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | beroepsorganisatie | beroepsorganisaties |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de beroepsorganisatie v
- (beroep) organisatie van personen die tot één beroepsgroep behoren
- De beroepsorganisatie had een speciaal meldpunt ingesteld.[1]
Verwante begrippen
Vertalingen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord beroepsorganisatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.