beroepskleding
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·roeps·kle·ding
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van beroep en kleding met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | beroepskleding | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de beroepskleding v
- (kleding) aan het beroep aangepaste werkkleding die bij de uitoefening hiervan gedragen wordt
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord beroepskleding staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.