Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·ren·jacht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord berenjacht berenjachten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de berenjachtm

  1. (jachttaal) achter in het wild levende beren aangaan om ze te vangen of te doden
Vertalingen

Gangbaarheid