beminnenswaard
- be·min·nens·waard
- samenstelling van beminnen ww en waard bn
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | beminnenswaard | beminnenswaarder | beminnenswaardst |
verbogen | beminnenswaarde | beminnenswaardere | beminnenswaardste |
partitief | beminnenswaards | beminnenswaarders | - |
beminnenswaard [1]
- eigenschappen hebbend die het mogelijk maken om bemind te worden
- ▸ " „Je bent teder, liefdevol en beminnenswaard.[2]
- Het woord 'beminnenswaard' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Victoria Holt“De Engelse gouvernante” (1981), Saga, ISBN 9788726484823