• be·mer·king
enkelvoud meervoud
naamwoord bemerking bemerkingen
verkleinwoord

de bemerkingv

  1. een waarneming met een oordeel
    • Wat brengt 2016? Een paar bemerkingen. De autonome omzetontwikkeling van het concern (met name voeding) was in 2015 positief. In 2016, waarin de winstmarge bij veel cyclische bedrijven onder druk staat, ontpopt DSM zich mogelijk (met een verwachte winstmargeverbetering) tot dé positieve uitzondering. Door een eerder ingezette kostenreductieprogramma lijkt de brutowinst-marge, na twee teleurstellende jaren, de opgaande lijn op te pakken.[2] 
    • Het kabinet van Van Overtveldt geeft de bemerkingen toe. De komende dagen zal er overleg worden gepleegd met de Nationale Bank. Volgens de minister kan een en ander sneller verlopen. Woordvoerder Ferry Comhair laat ook verstaan dat de volledige studie niet in een keer moet worden opgeleverd. ‘Sommige stukken kunnen vroeger worden gelost.’[3] 
78 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[4]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Telegraaf REGINALD MELCHERS 25 feb. 2016 Eten of gegeten worden
  3. de Standaard 20/05/2018 om 07:05 door Bart Brinckman Nationale Bank ziet inhoudelijke problemen bij studie migratiekosten
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be