bemantelen

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  bemantelen    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• be·man·te·len

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van mantel met het voorvoegsel be- en met het achtervoegsel -en

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
bemantelen	bemantelde	bemanteld
zwak -d	volledig

Werkwoord

bemantelen

1. overgankelijk verbloemen

Verwante begrippen

• bewimpelen, maskeren, verbergen

Synoniemen

• sluieren

Afgeleide begrippen

• bemanteling

Vertalingen

    1.   

Engels: mask (en)

Spaans: paliar (es)

Gangbaarheid

• Het woord bemantelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.