• be·lan·gen
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
belangen
belangde
belangd
zwak -d volledig

belangen [1]

  1. betreffen

de belangenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord belang
     Als directeur van het hotel diende hij als eerste de belangen van zijn broodheer in ogenschouw te nemen.[2]
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]


  • be·lan·gen
  1. overgankelijk verantwoordelijk houden, belasten met
    «Sie hatte die Streichung des Beitrags für die Schweizer Garde damit begründet, dass die Mehrheit der Bevölkerung im Kanton St.Gallen nicht römisch-katholisch sei und deshalb nicht für Bewachungsaufgaben der römisch-katholischen Kirche belangt werden solle.»[1]
    Zij had de intrekking van de bijdrage voor de Zwitserse Garde gerechtvaardigd met het argument dat de meerderheid van de bevolking van het kanton St. Gallen niet rooms-katholiek was en derhalve niet mocht worden belast met de bewaking van de rooms-katholieke kerk.
  2. overgankelijk (juridisch) aanklagen, vervolgen
    «"Und wie kein Betrieb einen Mitarbeiter zur Impfung zwingen kann, kann man auch keine Firma zwingen, Ungeimpfte aufzunehmen." Wer lügt, könnte dadurch andere gefährden und unter Umständen sogar strafrechtlich belangt werden.»[2]
    "En net zoals geen enkel bedrijf een werknemer kan dwingen zich te laten vaccineren, kan geen enkel bedrijf gedwongen worden om ongevaccineerden in huis te nemen." Wie liegt, kan daardoor anderen in gevaar brengen en zelfs strafrechtelijk worden vervolgd.
  3. onpersoonlijk (verouderd) betreffen, aangaan
  4. (verouderd) (Zwitserland) met ongeduld wachten, vurig verlangen naar
  1.   Weblink bron
    Regula Weik
    “St.Gallen hat ein Herz für die Schweizer Gardisten in Rom – das Kantonsparlament bewilligt 510'000 Franken an eine neue Kaserne – SP und Grüne bekämpfen die Ausgabe” (08.06.2021) op tagblatt.ch
  2.   Weblink bron “Wann darf der Chef fragen, ob ich geimpft bin?” (04.06.2021) op heute.at