Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·lang·de

Werkwoord

vervoeging van
belangen

belangde

  1. enkelvoud verleden tijd van belangen
    • Ik belangde. 
    • Jij belangde. 
    • Hij, zij, het belangde. 
  2. verbogen vorm van belangd, voltooid deelwoord van belangen