bejaardenhulp
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·jaar·den·hulp
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bejaarde en hulp met het invoegsel -n-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bejaardenhulp | bejaardenhulpen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- (beroep) iemand die bejaarden helpt
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord bejaardenhulp staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bejaardenhulp" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be