Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·han·del·baar
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen behandelbaar behandelbaarder behandelbaarst
verbogen behandelbare behandelbaardere behandelbaarste
partitief behandelbaars behandelbaarders -

Bijvoeglijk naamwoord

behandelbaar

  1. (van een aandoening) te verbeteren door medisch handelen
    • Sommige kinderen met verstandelijke handicaps zijn behandelbaar. Niet dat hun IQ meteen zal stijgen, vooral niet als de getroffen kinderen al wat ouder zijn, maar vaak hebben de patiëntjes ook andere problemen: epilepsie, groei-achterstand. Een aangepast dieet of bestaande medicijnen kunnen het leven soms verbeteren.[1] 
Antoniemen


Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Wim Köhler NRC 4 juni 2016