• be·grijp·baar
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen begrijpbaar begrijpbaarder begrijpbaarst
verbogen begrijpbare begrijpbaardere begrijpbaarste
partitief begrijpbaars begrijpbaarders -

begrijpbaar

  1. makkelijk te begrijpen, meestal in de zin dat het goed aangevoeld kan worden
    • ,,Het is goed begrijpbaar dat u zo boos bent, maar als u zo blijft reageren, weten wij ook niet meer hoe het nu verder moet. Nogmaals: richt u zich tot de leiding van dit bedrijf. Deze trein is trouwens ruim een halfuur te laat. U kunt formulieren invullen, zodat u een deel van uw geld kunt terugkrijgen. Die moet u ook naar de leiding van dit bedrijf sturen. [1] 
  1. John Kroon NRC 12 juli 2001