bedinging
- be·din·ging
- Naamwoord van handeling van bedingen met het achtervoegsel -ing[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bedinging | bedingingen |
verkleinwoord |
de bedinging v
- een bij onderhandeling overeengekomen voorwaarde
- Voor de personen, die voor hun huisdieren gebruik maken van dit kerkhof, zijn de kosten vrij hoog. Een afgemeten graf, zonder bedinging van den tijd en zonder uiterlijke versiering, kost 5 francs; daarbij komt dat de eigenaar het dier naar de bestemde plaats moet laten brengen. [2]
- Het woord bedinging staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bedinging" herkend door:
74 % | van de Nederlanders; |
76 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tubantia (1902)– [tijdschrift] Huisvriend, De Een kerkhof voor huisdieren te Parijs.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be