• be·dacht
vervoeging van
bedenken

bedacht

  1. enkelvoud verleden tijd van bedenken
    • Ik bedacht. 
    • Jij bedacht. 
    • Hij, zij, het bedacht. 
  2. voltooid deelwoord van bedenken
  • [2] bedacht zijn op
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen bedacht bedachter bedachtst
verbogen bedachte bedachtere bedachtste
partitief bedachts bedachters -

bedacht

  1. waarover je hebt nagedacht of als iemand nadenkend is, verzonnen
    • De scholier was bedachter voor een ongeluk nu hij een nieuwe fiets heeft dan vroeger met zijn oude fiets. 
    • De bedachte smoes was zeer ongeloofwaardig. 
     De nietsverhullende reactie van Jeroen had haar in allerijl bedachte reactie in duigen laten vallen.[2]
100 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[3]