bedacht
- be·dacht
vervoeging van |
---|
bedenken |
bedacht
- enkelvoud verleden tijd van bedenken
- Ik bedacht.
- Jij bedacht.
- Hij, zij, het bedacht.
- Ik bedacht.
- voltooid deelwoord van bedenken
- [2] bedacht zijn op
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | bedacht | bedachter | bedachtst |
verbogen | bedachte | bedachtere | bedachtste |
partitief | bedachts | bedachters | - |
bedacht
- waarover je hebt nagedacht of als iemand nadenkend is, verzonnen
- De scholier was bedachter voor een ongeluk nu hij een nieuwe fiets heeft dan vroeger met zijn oude fiets.
- De bedachte smoes was zeer ongeloofwaardig.
- ▸ De nietsverhullende reactie van Jeroen had haar in allerijl bedachte reactie in duigen laten vallen.[2]
- Het woord bedacht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bedacht" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ bedacht op website: Etymologiebank.nl
- ↑ “All-inclusive” (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht , ISBN 90-229-9182-2
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be