basisvormingstoets

  • ba·sis·vor·mings·toets
enkelvoud meervoud
naamwoord basisvormingstoets basisvormingstoetsen
verkleinwoord

de basisvormingstoetsm

  1. (onderwijs) (geschiedenis) (Nederland) verzameling opgaven in de 14 vakken van de basisvorming om na te gaan in hoeverre een leerling de kerndoelen van de eerste jaren van het voortgezet onderwijs bereikt had
    Invoering van deze toets was onderdeel van het onderwijsbeleid aan het eind van de 20e eeuw, maar bleek in de praktijk op teveel bezwaren te stuiten.
    • Vanaf het schooljaar 2002/2003 kan de verplichte basisvormingstoets worden afgeschaft, zo adviseert de commissie. Na bijna tien jaar dienen de scholen zelf in de gaten hebben wat de bedoeling is van de basisvorming. [1]