bankroetier
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bankroetier (hulp, bestand)
Woordafbreking
- bank·roe·tier
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bankroetier | bankroetiers |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de bankroetier m
- (financieel) (pejoratief) iemand die bankroet gaat (eventueel gepaard gaande met fraude)
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord bankroetier staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.