1. Een krachtsporter bankdrukkend tijdens een toernooi.
  • bank·druk·ken
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
bankdrukken
(bankdrukte)
(gebankdrukt)
zwak -t volledig

bankdrukken

  1. een krachtoefening waarbij een gewicht van de borst moet worden weggedrukt, al liggende op een bank
    • Hij had geen zin om bank te drukken. 
     Muziek moet op zo’n locatie dus een veel lager tempo en volume hebben dan in sportscholen, waar bezoekers tijdens het bankdrukken en deadliften wel een goeie oppepper kunnen gebruiken.[1]
  1.   Weblink bron
    Joost Pijpker
    “Met Kerst wil elke winkel toch Mariah Carey en Wham” (19 december 2018) op nrc.nl