bankdrukte
- Geluid: bankdrukte (hulp, bestand)
- bank·druk·te
vervoeging van |
---|
bankdrukken |
bankdrukte
- enkelvoud verleden tijd van bankdrukken
- Ik bankdrukte.
- Jij bankdrukte.
- Hij, zij, het bankdrukte.
- Ik bankdrukte.
vervoeging van |
---|
bankdrukken |
bankdrukte