• band·breed·te
enkelvoud meervoud
naamwoord bandbreedte bandbreedten
bandbreedtes
verkleinwoord - -

de bandbreedtev

  1. (telecommunicatie) van een transmissiekanaal is het verschil tussen de hoogste en de laagste doorgelaten frequentie
  2. (economie) afstand tussen minimum- en maximumsalarissen in cao's
  3. afstand tussen minima en maxima
98 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be