bamis
- ba·mis
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bamis | bamissen |
verkleinwoord |
de bamis m
- (religie) mis ter ere van St. Bavo op 1 oktober
- (figuurlijk) (tijdrekening) herfsttijd
- (fruit) verkorting van bamispruim
- Het woord bamis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bamis" herkend door:
13 % | van de Nederlanders; |
21 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ bamis op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be