• bak·zeil
enkelvoud meervoud
naamwoord bakzeil
verkleinwoord

het bakzeilo

  1. een zeil dat aan bakboord gevoerd wordt, en dat de schipper verplicht voorrang te verlenen
    • Hij moest bakzeil halen. 
    «Hij zag zich gedwongen (toch) de tegenpartij voor te laten gaan»
  • Bakzeil halen
moeten toegeven
97 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be