bakspel
- bak·spel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bakspel | bakspelen bakspellen |
verkleinwoord |
het bakspel o
- een van de verschillende varianten van triktrak of backgammon (met als meervoud bakspelen)
- Hier weten ze dat caféspelen behendigheid en zelfs denkwerk vragen, ook na een pint. Wie daar aan twijfelt, moet maar eens de toptafel, het hamertjesspel of een van de bakspelen proberen. [2]
- een potje triktrak of backgammon (met als meervoud bakspellen)
- broodbakken als een spelletje
- Elke dinsdag van 10 tot 16 uur geven gepensioneerde bakkers ook bakdemonstraties voor het grote publiek. De week van Koekenzondag 5 augustus is er een om naar uit te kijken. Elke dag zijn er speciale bakactiviteiten, zoals een bakspel en een toneelvoorstelling. [3]
- [1] triktrak, backgammon
- Het woord bakspel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bakspel" herkend door:
62 % | van de Nederlanders; |
85 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ De Standaard 22 NOVEMBER 2008 Rechtvaardige Rechters in De Cam
- ↑ De Standaard 28 JULI 2007 Samen zoete broodjes bakken in Bakkerijmuseum
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be