babymaïs
- ba·by·ma·is
- samenstelling van baby zn en maïs zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | babymaïs | - |
verkleinwoord | - | - |
de babymaïs m
- (kookkunst) nog in hun geheel eetbare kolfjes van jonge maisplanten (Zea mays )
- De parelhoen, een boutje met precies de goede garing, ligt tussen de popcorn, gegrilde maïs, in zuur gelegde babymaïs en polenta, het is een beetje zoet, maar toch verleidelijk lekker. [1]
- Het woord babymaïs staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "babymaïs" herkend door:
83 % | van de Nederlanders; |
83 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Possel, P.Prima eten in Parijse sferen tussen rijke jongens en meisjes (22 februari 2018) op website: nrc.nl; geraadpleegd 2019-04-03
- ↑ Zie taaladvies Onze Taal
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be