baardloos
- baard·loos
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | baardloos | baardlozer | baardloost |
verbogen | baardloze | baardlozere | baardlooste |
partitief | baardloos | baardlozers | - |
baardloos
- zonder baard (en dus nog jong en onervaren)
- Baardeloze mannen kunnen volgens het lied geen zeeman worden.
- Het woord baardloos staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "baardloos" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be