• IPA: (Hanoi) /ɓɔ35/

  1. hoop, boeket, bos: geheel van afzonderlijke voorwerpen die aan elkaar zijn vastgemaakt
    một hoa – een boeket bloemen
    rơm – bussel stro

  1. aan elkaar vastbinden
    Lúa đã xong. – De rijstplanten waren aan elkaar gebonden.
    củi – hout bundelen
  2. stevig omwikkelen, spannen
    Chiếc áo sát lấy thân. – Het kledingstuk omwikkelt het lichaam heel nauw.
    Cái áo vai. – Het kledingstuk spant aan de schouders.
  3. spalken: vastzetten op een plaats waar het bot is gebroken
    bột – gipsen
  4. verbinden: in het verband doen
    một vết thương – een wonde verbinden
  5. beteugelen, vasthouden
    Cái khó cái khôn. (gezegde) – Armoe beteugelt kennis en intelligentie.