• avis·and
Naar frequentie zeldzaam
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   avisand     avisanden
avisanda  
  avisender     avisendene  
genitief   avisands     avisandens
avisandas  
  avisenders     avisendenes  

avisand, m / v

  1. (media) canard, een onwaar nieuws in een krant
  2. Vlaams: (media) kwakkel, een onwaar nieuws in een krant
    «Den mest aktuelle «avisanden» i norske aviser akkurat nå er historien om damene som fant noe de trodde var en kassert mikrobølgeovn i veikanten. De tok me seg «mikrobølgeovnen» i bilen men ble senere stoppet av UP (Utrykningspolitiet). Noen hadde tatt radaren. [1]»
    De meest relevante canard in Noorse kranten op dit moment is het verhaal van de dames die iets vonden waarvan ze dachten dat het een afgedankte magnetron was aan de kant van de weg. Ze namen de "magnetron" mee in de auto maar werden later tegengehouden door UP (Utrykningspolitiet), want iemand had de radar meegenomen.
«Den mest kjente «avisand» av alle er kanskje denne: En sementbilsjåfør tar seg tur hjem en formiddag og finner ut at kona har intimt formiddagsbesøk. Ektemannen røper ikke at kona en elskeren er oppdaget men går ut, opnet soltaket på den fremmede bilen og fyller de med sement. [1]</ref>»
De beroemdste "canard" van allemaal is misschien wel deze: een vrachtwagenchauffeur van cement rijdt op een ochtend naar huis en ontdekt dat zijn vrouw een intiem ochtendbezoek heeft. De man onthult niet dat hij de vrouw een de minnaar heeft ontdekt, maar gaat naar buiten, opende het zonnedak van de auto van de vreemdeling en vult het met cement.
  1. 1,0 1,1 Rana Blad, 15 april 1986 pagina 6 Har Du hørt den før?


  • avis·and
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   avisand     avisanda     avisender     avisendene  

avisand, v

  1. (media) canard, een onwaar nieuws in een krant
  2. Vlaams: (media) kwakkel, een onwaar nieuws in een krant