automobielfabriek

automobielfabriek
  • au·to·mo·biel·fa·briek

deautomobielfabriekv [1]

  1. (industrie) fabriek waar men auto's maakt
     Al met al neemt het zakelijke gebruik van Tikkie fors toe. Momenteel gebruiken 2.000 bedrijven en organisaties de app. Zo stuurt de Rijksuniversiteit Groningen tegenwoordig collegegeldverzoeken via Tikkie. En de Automobielfabriek vraagt autokopers om soms tienduizenden euro’s via de betaalapp te voldoen. Ook goede doelen zijn aangesloten, zoals de Hartstichting en onlangs Giro 555 bij de Sulawesi-actie.[2]
     Jozef De Borger (1961) studeerde politieke wetenschappen aan de VUB. Het was een vriend des huizes die toen werkte als kabinetssecretaris van Leo Tindemans die hem deze opleiding aanraadde. "Ik vond het enorm boeiend. Het is een ruime opleiding, met een stuk rechten, economie, financiën, geschiedenis, politieke en sociale theorieën." Na een aanvullende opleiding milieukunde, ging hij aan de slag op de aankoopdienst van General Motors. "Ik vond dat een mooie job, maar ik was niet technisch geschoold en dat was in een automobielfabriek toch wel een probleem. Ze zagen er liever ingenieurs dan politieke wetenschappers."[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 19 december 2024 Weblink bron
    David Bremmer
    “Ook in webshops betaal je straks simpel met Tikkie” (22-11-2018), Tubantia
  3. Bronlink geraadpleegd op 19 december 2024 Weblink bron “Burgemeester zijn is de mooiste job ter wereld” (Donderdag 14 januari 2016 om 09:59), De Standaard