aterling

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  aterling    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ater·ling

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van etter met het achtervoegsel -ling

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	aterling	aterlingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de aterling m

1. een moreel verwerpelijk persoon

Synoniemen

• schurk, schoft, booswicht, deugniet, onverlaat, snoodaard, onmens, etterbak

Gangbaarheid

• Het woord aterling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "aterling" herkend door:

17 %	van de Nederlanders;
13 %	van de Vlamingen.