• ata·raxie
  • uit het Grieks [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord ataraxie ataraxieën
verkleinwoord

de ataraxiev

  1. onverstoorbare staat die zich kenmerkt door vrijheid van zorgen, affectieloosheid en emotionele gelatenheid
29 % van de Nederlanders;
48 % van de Vlamingen.[2]