astrograaf
- Geluid: astrograaf (hulp, bestand)
- as·tro·graaf
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | astrograaf | astrografen |
verkleinwoord | astrograafje | astrograafjes |
de astrograaf m
- (astronomie) (fotografie) telescoop met fotoapparatuur
1.
- Het woord 'astrograaf' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.