assortiment
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: assortiment (hulp, bestand)
Woordafbreking
- as·sor·ti·ment
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘gevarieerde voorraad’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1702 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | assortiment | assortimenten |
verkleinwoord | assortimentje | assortimentjes |
Zelfstandig naamwoord
assortiment o
- aanbod van producten door een leverancier
- In de supermarkt is een breed assortiment van voedingsproducten verkrijgbaar.
- De wijnhandel heeft een groot assortiment van wijnen in voorraad.
- verzameling van gerelateerde producten of objecten
- Deze doos bevat een assortiment met zes verschillende smaken bier.
Verwante begrippen
Vertalingen
1. aanbod van producten
Gangbaarheid
- Het woord assortiment staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "assortiment" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.