1. Een verscheidenheid van armpotigen.
  • arm·po·ti·gen

de armpotigenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord armpotige
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (dieren) een stam Brachiopoda  , ongewervelde zeedieren die voedsel binnenhalen met een tentakelkrans en zich beschermen met twee harde schalen, aan de boven- en de onderkant. Brachiopoda is een samentrekking van het Latijnse bracchium (arm) en het Griekse πούς (voet)
     Tot nu toe heeft men voornamelijk ervaring met schelpen van nog levende Brachiopoda of armpotigen, een uit circa vijfhonderd recente en meer dan zevenduizend fossiele soorten bestaande stam van het dierenrijk. Brachiopoden zijn zeer primitieve organismen: het zenuwstelsel bestaat uit een ring om de slokdarm en een samentrekbaar blaasje doet dienst als hart. Ze zitten met een steel vastgehecht aan rotsen op de zeebodem.[1]
  • De armpotigen worden door hun twee harde schalen vaak verward met tweekleppigen.
  1.   Weblink bron
    Jan Libbenga
    “Uitgestorven maar rood, bloedrood” (3 december 1992) op nrc.nl