• (IPA in voorbereiding)
  • arm·bloe·mig look
enkelvoud meervoud
naamwoord armbloemig look armbloemige looks
verkleinwoord armbloemig lookje armbloemige lookjes

armbloemig look m / o / o

  1. (bloemplanten) Allium paradoxum   een bolgewas uit de narcisfamilie. In Nederland komt armbloemig look als stinsenplant voor en in de loofbossen aan de binnenduinrand  . Van nature komt armbloemig look voor in Zuidwest-Azië in de Kaukasus, de bergen van Centraal-Azië en Iran