arbeidsrooster
- ar·beids·roos·ter
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | arbeidsrooster | arbeidsroosters |
verkleinwoord | arbeidsroostertje | arbeidsroostertjes |
het arbeidsrooster o
- schema waarin staat wie, wat, waar en wanneer doet als arbeid
- Het woord 'arbeidsrooster' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.