Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dienst·roos·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dienstrooster dienstroosters
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het dienstroostero

  1. schema waarin staat wie, wat, waar en wanneer doet als arbeid
     Treinpersoneel van de NS mag morgenochtend niet staken. Dat heeft de rechtbank in Breda bepaald in een kort geding dat was aangespannen door de NS, ProRail en reizigersorganisatie Rover. De NS-medewerkers zijn het niet eens met het nieuwe dienstrooster en kondigden deze week aan dat ze vrijdag tot 11.00 uur niet wilden werken.[1]
     Ook blijven de meesten vaag over wie de boel aanstuurde. "Het dienstrooster werd gemaakt in overleg. 'Hé wanneer kan jij? Ik kan die dagen.' Gewoon in overleg", vertelt Tobias J. Maar volgens Jean-Paul van H. was het wel degelijk hoofdverdachte V. die de lakens uitdeelde. "V. zei op welke dagen ik beschikbaar moest zijn."[2]
  2. schema waarin staat wanner treinen, bussen en ander openbaar vervoer beschikbaar is
     Vannacht en vanochtend hadden treinen en weggebruikers veel hinder van de sneeuw. Op het spoor was er een aangepast dienstrooster, maar desondanks vielen er nog veel treinen uit. De NS gaat ervan uit dat de treinen morgen weer volgens het normale dienstrooster zullen rijden.[3]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Treinpersoneel mag niet staken om eentonig dienstrooster” (22-12-2016), NOS
  2.   Weblink bron
    Petra Steenhoff
    “Cokedealer op de grachtengordel: 'Ik rolde er per ongeluk in'” (07-11-2017), NOS
  3.   Weblink bron “Meeste sneeuwoverlast voorbij” (27-12-2014), NOS