Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ar·beids·des·kun·dig
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen arbeidsdeskundig arbeidsdeskundiger arbeidsdeskundigst
verbogen arbeidsdeskundige arbeidsdeskundigere arbeidsdeskundigste
partitief arbeidsdeskundigs arbeidsdeskundigers -

Bijvoeglijk naamwoord

arbeidsdeskundig

  1. met kennis uit opleiding en ervaring over of en hoe iemand belemmeringen om te werken kan overwinnen
    • Na zijn herstel vraagt de maatschappelijk werkster van het ziekenhuis de bedrijfsvereniging om een arbeidsdeskundig onderzoek, te verrichten door de Gemeenschappelijke Medische Dienst (GMD). [1]
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

Verwijzingen