arbeidscontract
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ar·beids·con·tract
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van arbeid en contract met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | arbeidscontract | arbeidscontracten |
verkleinwoord | arbeidscontractje | arbeidscontractjes |
Zelfstandig naamwoord
het arbeidscontract o
- de overeenkomst tussen werkgever en werknemer over de arbeidsvoorwaarden
- Hij heeft vandaag zijn arbeidscontract ondertekend.
- Zijn tijdelijke arbeidscontract is veranderd in een arbeidscontract voor onbepaalde tijd.
Synoniemen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord arbeidscontract staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.