Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • april·weer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aprilweer
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

aprilweer

  1. het voorjaarsweer zoals dat normaal is voor april
     Zonliefhebbers hebben gisteren kunnen genieten van een prachtige lentedag, maar helaas voor hen was de ervaring van korte duur. Aankomende week wordt het weer normaal aprilweer met temperaturen rond de 12 graden. Dat meldt Weerplaza.[1]


Verwante begrippen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “De 'zomer' is weer voorbij, komende dagen normaal aprilweer” (10-04-2017), Tubantia