januariweer
- Geluid: januariweer (hulp, bestand)
- ja·nu·a·ri·weer
- samenstelling van januari zn en weer zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | januariweer | |
verkleinwoord |
januariweer
- het winterweer zoals dat normaal is voor januari
- ▸ Voor komende week blijft het sombere januariweer echter aanhouden, voorspelt de meteoroloog. ,,Er is een behoorlijke doorstroming in de atmosfeer. Zo nu en dan zullen er dus storingen en opklaringen zijn.” Wel blijft het algemene beeld volgens hem voorlopig grijs. Al zal het niet meer zo hardnekkig zijn als in de afgelopen periode, met ‘s ochtends flinke mistbanken.[1]
- februariweer, maartweer, aprilweer, meiweer, juniweer, juliweer, augustusweer, septemberweer, oktoberweer, novemberweer, decemberweer
- Het woord 'januariweer' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron Sami Kappé“Het zonnetje schijnt, maar dat zal niet het hele weekend zo blijven” (28 jan. 2022), Tubantia